Wat Belgische huisartsen écht denken over AI: inzichten uit twee nieuwe onderzoeken
Artificiële intelligentie duikt steeds vaker op in de eerstelijnszorg. Niet als futuristisch speeltje, maar als een heel concrete manier om de druk op huisartsen te verlichten. Dat blijkt ook uit een nieuwe Belgische enquête van de Université de Mons bij 225 huisartsen. Een eerder onderzoek van Corilus (in 2024) bij meer dan 400 gebruikers van CareConnect komt tot dezelfde conclusie: AI is welkom, op voorwaarde dat het écht helpt in de praktijk, en dat het gebeurt binnen een duidelijk kader.
Ook interessant
In de derde roundtable van 'Stemmen tot zorgen' breken 4 gezondheidsexperts hun hoofd over deze pertinente vraag: "Zet AI de zorgsector op zijn kop?"
Bekijk hier de volledige AI Roundtable (video)
De rode draad: huisartsen willen vooral tijd terug
De meest gedeelde verwachting? Administratieve ontlasting. Met andere woorden: minder klikken, minder typen, minder herwerk. Meer ruimte om te luisteren, te onderzoeken, te begeleiden.
De Connecting Care Roundtable bevestigde dat het probleem zelfs nog groter is dan uit de enquêtes blijkt: artsen geven aan dat administratieve last geen plateau bereikt — ze stijgt elk jaar. AI wordt gezien als één van de eerste kanshebbers die eindelijk iets kan wegnemen in plaats van te blijven toevoegen.
Huisartsen geven aan dat ze dagelijks kostbare tijd verliezen aan:
-
dubbel werk in verslaggeving
-
zoeken naar relevante informatie in een dossier
-
herhaaldelijk dezelfde gegevens invoeren
-
het nadien manueel structureren van consultinformatie
Volgens de Corilus-enquête zegt 82% van de respondenten dat administratieve vereenvoudiging de belangrijkste reden is om AI te omarmen. Ook in het universiteitsonderzoek bevestigt een grote meerderheid dat AI vooral moet helpen om efficiënter te werken, niet om medische beslissingen over te nemen.
Omdat meer tijd voor verslaggeving bijna automatisch minder tijd voor patiënten betekent. En dat weegt. Huisartsen zoeken daarom geen complex-technologische snufjes, maar praktische tools die dagelijkse frustraties verminderen.
Ook tijdens de Connecting Care Roundtable bevestigden artsen én ontwikkelaars dat de beste AI-oplossingen in de zorg steevast ontstaan vanuit de dagelijkse frustraties van zorgverleners zelf, niet vanuit technologie om de technologie.
AI-toepassingen die hierop inspelen, zoals automatische consultatieverslagen of slimme voorbereiding van consultaties, worden daarom duidelijk als waardevol gezien. Dat zijn geen futuristische use cases meer, maar oplossingen die vandaag al bestaan.
Kritisch blijven mag en moet
Administratieve taken zijn één ding, maar diagnostiek is een ander verhaal. Huisartsen blijven daarom terughoudend zodra AI dichter bij medische besluitvorming komt. De bezorgdheid om klinische intuïtie te verliezen of fouten te maken is terecht en zelfs essentieel. Technologie moet zorgprofessionals ondersteunen en hun expertise versterken, niet vervangen.
In beide onderzoeken blijft de voorzichtigheid groot wanneer AI te dicht bij medische besluitvorming komt. Artsen vrezen dat de inzet van AI in medische besluitvorming gepaard kan gaan met reële risico’s. Zo ontstaat er een bezorgdheid over het verlies van klinische reflexen: de subtiele, intuïtieve inzichten die artsen opbouwen door jarenlange praktijkervaring. Wanneer beslissingen te sterk op technologie worden gestoeld, bestaat het gevaar dat deze waardevolle expertise verzwakt of naar de achtergrond verschuift.
Zoals tijdens de AI Roundtable gezegd werd: AI mag geen gadget zijn. De sector wil geen technologie-push, maar use-case-pull: oplossingen die vertrekken uit concrete problemen.
Daarnaast leeft er twijfel over de neutraliteit van algoritmes. AI-systemen zijn uiteindelijk zo goed als de data waarmee ze getraind zijn. Onbedoelde bias in de onderliggende datasets kan ertoe leiden dat bepaalde patiëntgroepen minder adequaat geholpen worden, of dat medische aannames te weinig rekening houden met contextuele en sociale factoren.
Tot slot vrezen huisartsen dat AI, hoe slim ook, onvoldoende bestand is tegen de complexiteit van atypische of zeldzame casussen. Er blijft een reëel risico op foutieve interpretaties of verkeerde prioritering bij patiënten met overlappende symptomen of multimorbiditeit. Net daarom is kritisch blijven en klinisch inzicht behouden noodzakelijk: technologie kan ondersteunen, maar mag nooit het menselijke oordeel vervangen, zeker niet wanneer de complexiteit toeneemt.
En dat bevestigde ook alle experts in de Roundtable: niemand in de sector ontwikkelt AI om artsen te vervangen. AI is er om werkdruk te verlichten, niet om zorgverleners overbodig te maken.
Die kritische houding is gezond en vooral nodig. Daarom blijft het essentieel dat de arts:
- zijn of haar eindverantwoordelijkheid behoudt en dus altijd de beslissingsbevoegdheid heeft over elke medische stap;
- voldoende inzicht krijgt in de manier waarop AI tot een voorstel of resultaat komt, zodat elke aanbeveling transparant en controleerbaar is. Zo gaf 66% van de huisartsen aan dat transparantie essentieel is: ze willen begrijpen waarom de AI iets voorstelt en de mogelijkheid hebben om het te corrigeren.
- de mogelijkheid behoudt om een AI-advies te corrigeren, aan te passen of zelfs volledig te weigeren wanneer het niet overeenkomt met de eigen klinische expertise of de situatie van de patiënt.
Deze voorwaarden waarborgen dat technologie blijft ondersteunen zonder het menselijke oordeel te vervangen, en geven huisartsen het vertrouwen om AI veilig en verantwoord toe te passen in hun dagelijkse praktijk.
Wat artsen nodig hebben om met AI te werken
Vier randvoorwaarden keren steeds opnieuw terug en worden door beide onderzoeken als onmisbaar gezien om met vertrouwen aan de slag te gaan met AI in de eerstelijnszorg:
1. Waterdichte privacy en cybersecurity
Zowel CareConnect-gebruikers als de bredere populatie benadrukken dat dit het absolute minimum is.
2. Opleiding
Meer dan 60% van de respondenten zegt nood te hebben aan introductiesessies, hands-on training en duidelijke richtlijnen.
3. Certificatie en evaluatie
Artsen willen garanties dat AI-medische tools betrouwbaar getest zijn, zeker wanneer ze geïntegreerd worden in EMD-software.
4. Een haalbaar financieringsmodel
Zowel kleine praktijken als groepspraktijken willen dat de kosten voor AI realistisch blijven.
5. Betere integraties en samenwerking tussen systemen
Tijdens de AI Roundtable kwam scherp naar voren dat veel innovatie vastloopt op technische integratie: systemen die niet met elkaar praten, oude architecturen en versnipperde databanken. Artsen vragen AI die écht aansluit op hun workflow, niet iets dat weer een extra platform toevoegt.
Praktische voorbeelden: hoe het vandaag al loopt
We zien dat AI-ondersteuning stilaan ingeburgerd raakt, ook in België. Niet om diagnoses te stellen, maar om de werkstroom slimmer te maken. Een voorbeeld hiervan is de CareConnect AI Assistant, een tool die momenteel al volop draait in praktijken en zich voorlopig vooral richt op verslaggeving van consultatie en ondersteuning bij kwalitatievere registratie van medische informatie, maar in de toekomst nog meer zal ondersteunen in de administratieve taken van de huisartsen.
De eerste grote trends die we opmerken:
-
Verslagen worden sneller én consistenter.
-
Artsen rapporteren minder “administratieve ruis” in hun dag.
-
Jongere artsen staan opvallend open voor verdere uitbreidingen, zoals medicatievoorbereiding of klinische samenvattingen.
-
Patiënten reageren positief wanneer ze transparant worden geïnformeerd over AI-gebruik tijdens een consultatie.
Het patiënten aspect kwam ook in de AI Roundtable ter sprake en daar werd bevestigd dat patiënten verrassend openstaan voor AI, zolang hun arts transparant communiceert. De vertrouwensrelatie blijft doorslaggevend. Studies tonen bovendien dat patiënten digitale of AI-ondersteunde opvolging vaak gewoon prima vinden, vooral als ze er de efficiëntie van inzien.
En daar zit net de kern: AI werkt wanneer de arts de controle houdt én de patiënt begrijpt waarom het gebruikt wordt.
De Roundtable benadrukte ook dat AI verder kan reiken dan verslaggeving. Denk aan triage, planning en taakverdeling in thuiszorg en multidisciplinaire teams — domeinen waar grote tekorten ontstaan en waar efficiënte organisatie broodnodig is.
De eindconclusie
AI is geen wondermiddel. Maar wanneer we ze verstandig inzetten, kan ze ons helpen de menselijke kant van zorg weer centraal te zetten. Niet door diagnoses over te nemen, niet door de dokter te vervangen. Maar wel door administratie te verminderen en die vrijgekomen tijd in te zetten in teken van de patiënt. Minder administratie. Meer zorg. Dat is de vooruitgang waar Belgische huisartsen vandaag naar vragen.
Nog meer over AI in de zorg lezen of kijken ? In de AI Roundtable debatteerden Siegfried, Ann, Louis en Andries over deze stellingen:
• Kunnen zorgprofessionals niet meer zonder AI?
• Patiënten zien liever geen AI bij de dokter.
• Wetgeving zet een rem op de AI-revolutie.
• Zorgprofessionals hebben twijfels bij AI.
Of bekijk hieronder de volledige AI Roundtable (video).
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Misschien vind je dit ook leuk
Deze gerelateerde verhalen
Kan AI het tekort aan zorgprofessionals oplossen?
Zijn patiënten klaar voor AI bij de dokter?